Zelfportretten

 Zelfportretten eerlijk en genadeloos

Een aparte categorie binnen het oeuvre van Jan Gierveld vormen zijn zelfportretten. Hij maakte ze met regelmaat, in verschillende periodes van zijn leven. Net als bij Rembrandt die zichzelf gedurende zijn actieve periode als kunstenaar zeker veertig keer voor de spiegel schilderde, zien we hem veranderen en ouder worden. Strikt genomen zou het zonder al te veel problemen mogelijk zijn elke fase in zijn leven te illustreren met een zelfportret, als een geschilderde en getekende autobiografie waarop de beroemde zinsnede van toepassing is van Leon Battista Alberti in zijn traktaat over de schilderkunst uit 1436: ‘En zo is het zeker dat dankzij de schilderkunst de gezichten van de doden lang voort zullen leven.’

Anders dan echter dan bij veel andere moderne kunstenaars lijkt het zelfportret bij Gierveld geen doel op zichzelf of een vorm van psychologisch zelfonderzoek. In de jaren op en vlak na de AKI schilderde en tekende hij zichzelf ongetwijfeld bij gebrek aan andere modellen. Relatief het grootste aantal zelfportretten dateert ook uit de jaren vijftig en zestig. In de jaren daarna is het opvallend om te zien hoeveel verschillende technieken hij gebruikte. Gierveld maakte zelfportretten in olieverf, in inkt, krijt en waterverf. Het schilderen van zichzelf was – net als het modeltekenen- voor hem primair een manier om zijn techniek bij te houden. Tevens kon hij op deze manier de schilderkunstige mogelijkheden onderzoeken van wat hij traditioneel als het moeilijkste genre beschouwde: het portret.

Gierveld schilderde zichzelf op verschillende manieren. Overheersend zijn – net als in de portretten- de schilderijen en tekeningen waarop alleen zijn hoofd te zien is. Maar ook zelfportretten ten voeten uit, half en driekwart komen voor. Interessant daarbij is dat hij in zijn beginjaren ook de klassieke schilderposes niet heeft geschuwd: staand of zittend achter de ezel, met zijn palet of, één keer, staand met zijn ene hand een penseel en in zijn andere hand een doek, waarbij in de streperige achtergrond de dynamiek van het schilderen wordt gesuggereerd.

In de zelfportretten wordt veel duidelijk over de manier waarop Gierveld werkte. Ook hier begint elk schilderij, elke tekening weer met kijken. Naar zichzelf in dit geval, naar de uiterlijke veranderingen die hij onderging of de kleuren van de kleding die hij droeg. De ene keer is die kleding volstrekt onopvallend, de andere keer juist frivool en opvallend kleurrijk, zoals het groene jasje op een zelfportret uit 1958 of de rode en blauwe truien waarin hij verschijnt op schilderijen uit de jaren zeventig en tachtig.

De blik waarmee hij zichzelf bezag, was het over algemeen eerlijk en –tot op zekere hoogte- genadeloos. Het aanvankelijk open, jongensachtige gezicht uit de vroege portretten verandert geleidelijk in dat van een ouder wordende man, van wie het gelaat steevast schuilgaat achter een bril en een soms redelijk woeste baard. Verlegen en zelfs enigszins schuchter kijkt hij de wereld in, meestal met het hoofd iets afgewend. Zijn ogen blijven echter steeds op de kijker gericht. In alle portetten die hij van zichzelf heeft gemaakt, kijkt hij je aan, zoals dat ook bij Rembrandt, Van Gogh en alle grote schilders van zelfportretten meestal het geval was. Gierveld kende ook in dat opzicht zijn klassieken.

Uitzonderlijk openhartig is het portret dat hij maakte op 14 juni 1999. Zoals hij wel vaker deed -vooral in modeltekeningen- noteerde hij de exacte datum onder zijn signatuur, wellicht om aan te geven dat het voor hem op een belangrijk moment gemaakt was. Gierveld, in blauwe blouse, poseert er als een kwetsbare, oude man. De ene helft van de achtergrond en de kleding is opvallend lichter dan de andere, maar niet op een consequente manier waardoor het portret als het ware in vier vlakken uiteenvalt. Maar het meest opvallende verschil ten opzichte van eerdere portretten is dat hij zijn bril heeft afgezet. Voor het eerst sinds dertig jaar laat hij zich weer rechtstreeks in de ogen zien en geeft hij iets van zijn kwetsbaarheid te vermoeden. Het voert wellicht te ver om dit portret een afscheid te zien, maar feit blijft dat dit het laatste zelfportret is dat de kunstschilder Jan Gierveld heeft gemaakt.